Irene van den Bos
Titel onbekend

“Tijdelijkheid en kwetsbaarheid zijn hoofdthema’s in mijn werk”, vertelt Irene van den Bos over haar werk. “Ik kies mijn medium en onderwerpen intuïtief. Als bronmateriaal gebruik ik beelden van mensen. Ik ben vooral geïnteresseerd in hun lichamelijkheid en hoe ze hun kleding dragen. Vaak is de kleding zelfs belangrijker. Daarnaast probeer ik mij in te leven in hun persoonlijkheid en psyche.”
Hoewel ze schildert en tekent wat ze ziet, gebruikt ze een hoge mate van abstractie. “Het oorspronkelijke beeld maak ik eigen door een proces van vervorming en vervaging. De beelden hebben daardoor een zachtheid en worden steeds ongrijpbaarder.”
In de serie ‘Koppen’, waar ook het werk dat bij Hogeschool Viaa hangt deel uitmaakt, probeert ze het innerlijk en de breekbaarheid van mensen te laten zien, maar ook de geheimzinnigheid en ongrijpbaarheid waarmee een mens omgeven kan zijn. Parallel aan de ‘Koppen’ is het werk dat ontstaat door te kijken naar de stille soberheid van onze 17de-eeuwse meesters. “De ingetogenheid en de raadselachtige aanwezigheid in die afbeeldingen fascineren me. Details als een kraag, een manchet, een paar schoenen, worden als het ware een ‘portret’ van de drager. Een geslaagd schilderij in het ‘koppen-thema’ laat voor mij iets zien van de innerlijke wereld van de afgebeelde persoon.”
Meer van haar werk vind je op Irene van den Bos